4 redenen om nooit een bloedanalyse over te slaan
Persoonlijk hou ik zelf enorm van bloedanalyses. Ik ben en blijf natuurlijk apotheker, dus ik veronderstel dat het ook wel daarmee te maken heeft. Maar ook als sporter vind ik bloedanalyses enorm boeiend en kan ik niet genoeg benadrukken dat ze best op regelmatige basis gebeuren.
En waarom jij dat best ook vindt?
Wel, dat heeft verschillende redenen:
Een bloedanalyse kan maken dat de puzzel ‘valt’
Dit is eigenlijk de meest klassieke toepassing van de bloedanalyse. Meestal wordt er pas bloed afgenomen wanneer je even op de sukkel bent of het allemaal niet goed draait zoals je wil. Dan kunnen de resultaten veel ophelderen: het kan bv tekorten aan het licht brengen, hormonale dysbalans blootleggen,…
Wanneer er pas een bloedanalyse gedaan wordt naar aanleiding van bepaalde klachten/symptomen en deze blijken het gevolg van tekorten, gaat er echter een hele hoop tijd verloren doordat er corrigerend en niet preventief gewerkt wordt.
Je kan problemen opsporen nog voor ze symptomen geven
Veel interessanter is het dus als sporter om op regelmatige basis (2-4x per jaar) jouw bloed te laten nemen voor controle van een aantal routineparameters. Zo kan er proactief gewerkt worden en kan er bij dreigende tekorten tijdig een supplement of medicatie worden ingezet. Zo hoeft het niet tot klachten of symptomen te komen en heeft dit geen impact op jouw trainingsopbouw en prestatie.
Je kan jouw eigen referentiewaarden bepalen
Soms zal jouw arts bij een bloedanalyse ook gewoon zeggen dat alles in orde is. Dit is geruststellend in geval het om een routinecontrole gaat, maar echter wanneer het allemaal niet zo goed bolt, wil je natuurlijk graag de oorzaak vinden. En dan helpt een “Alles ok” jou niet meteen verder.
Echter, hier kunnen de resultaten van een routinecontrole wel de nodige antwoorden bezorgen. Doordat je deze achter de hand hebt, weet je waar jouw individuele referentiewaarden liggen. En zo kunnen significante schommelingen wel dingen aan het licht brengen. Want een bepaalde waarde kan dan wel nog perfect binnen het standaard referentie-interval liggen, ze kan wel gehalveerd of verdubbeld zijn tegenover jouw individuele referentiewaarde. En dat is natuurlijk wél iets dat stof tot nadenken brengt.
Je kan de impact van jouw trainingsbelasting opvolgen
Wanneer je steeds een bloedanalyse laat doen aan het begin van een trainingsperiode, kan je ook de impact van de fysieke inspanning op jouw systeem inschatten. De eerste bloedanalyse geeft je als het ware een ‘nulmeting’, waardoor bepaalde parameters in volgende afnames een heel mooi beeld geven van trainingsvermoeidheid en -stress.
Hiervoor is het wel heel belangrijk dat elke afname gebeurt in zo gestandaardiseerd mogelijke omstandigheden: bij voorkeur ‘s morgens nuchter en ook na een volledige rustdag. Op die manier gaat de training van de dag voordien de resultaten niet kleuren.
Meer dan redenen genoeg dus om als sporter regelmatig een bloedanalyse te laten doen en niet alleen wanneer er iets schort!
Bespreek jouw bloedanalyse ook steeds met iemand die daarin gespecialiseerd en medisch opgeleid is, zoals bijvoorbeeld met jouw huisarts. Echter -zonder afbreuk te willen doen aan de kennis van jouw huisarts- kan het ook interessant zijn om deze te bespreken met iemand die specifiek met sporters bezig is. Er is immers een verschil tussen de behoeften van een sportief persoon (die bv 2-3 uur per week sport) tegenover deze van een competitief sporter (die bv 10 uur of meer traint) en dit wordt gemakkelijk onderschat.
Het is iets waar ik met De Sportapotheek heel graag tijd en ruimte voor maak. Het kan jou immers op korte en op lange termijn veel inzicht brengen wanneer je als sporter naar bepaalde doelstellingen toewerkt.
Wil jij graag jouw bloedanalyse(s) samen met mij bekijken?
Stuur een mailtje naar charlotte@desportapotheek.com en we maken er werk van!